Video monteren voor beginners 

Video’s maken is tegenwoordig iets wat veel mensen proberen. Denk eens aan hobby fotografen of mensen die iets willen delen met anderen. Maar een video opnemen is slechts het begin. Het echte werk gebeurt vaak achteraf. Wanneer je de losse beelden omtovert tot een vloeiend geheel. Dit proces heet monteren. Het lijkt misschien lastig maar met een paar simpele stappen kan iedereen het leren. Om een beter beeld te geven geven we hier een uitleg over video montage. 

Wat je nodig hebt om te starten 

Voordat iemand begint met monteren is het handig om te weten wat er klaar moet liggen. Een computer of laptop is vaak de basis, al werken tablets en telefoons ook met de juiste applicaties. De beelden die iemand heeft opgenomen, moeten ergens staan. Bijvoorbeeld op een harde schijf of in de cloud. Dan komt het programma waarin de montage gebeurt. Er zijn genoeg opties, zoals iMovie of Open Shot voor wie iets meer wil proberen. Het programma hoeft niet duur te zijn. Gratis versies werken vaak prima voor simpele projecten. Zorg dat de bestanden makkelijk te vinden zijn en niet langdurig hoeft te zoeken. 

Sommige mensen kiezen ervoor om eerst hun materiaal te bekijken. Dat helpt om een idee te krijgen van wat bruikbaar is. Fragmenten waar mensen doorheen lopen kun je eigenlijk direct verwijderen. Een opname van een mooie zonsondergang kun je juist bewaren. Het is slim om de boel een beetje te ordenen. Maak desnoods mapjes aan met namen als ‘begin’ of ‘einde’. Zo houdt iemand overzicht als het echte werk begint. 

Het verhaal in je hoofd krijgen 

Een video monteren bestaat niet alleen maar uit simpelweg stukjes achter elkaar plakken. Je moet nadenken over wat je wil laten zien. Gaat het om een vakantievideo, dan wil je misschien de leukste momenten laten terugkomen. Denk aan een wandeling door de bergen of een grappig moment aan zee. Bij een instructievideo is het anders, daar draait het om duidelijkheid. Het is belangrijk dat de kijker snapt wat de stappen zijn. Het verhaal hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar de rode draad is hierbij zeer belangrijk. 

Vaak helpt het om eerst op papier te krabbelen wat de volgorde wordt. Iemand kan bijvoorbeeld besluiten om te beginnen met een intro, dan de hoofdbeelden en afsluiten met een rustige eindscène. Dat hoeft geen uren te duren, een paar minuten denken is genoeg. Het idee is dat je niet zomaar lukraak gaat knippen, maar een plan hebt. Hiermee ga je tijd besparen op langer termijn. 

Aan de slag met het programma 

Als het materiaal klaarligt en het verhaal helder is kun je gaan beginnen met monteren. De meeste programma’s werken met een tijdlijn. Zie het als een lange strook, doorgaans onderin het programma waar de beelden op komen. Begin met het importeren van bestanden. Dit is een kwestie van slepen of selecteren. Deze worden dan in de tijdlijn weergegeven. 
 

Dan gaat het knippen en verplaatsen van slag. Te lange stukken kunnen korter en een saaie intro kan eventueel weg. Met een simpele klik en een schuifbeweging kort je een clip in of je splitst hem in tweeën als je maar een deel nodig hebt. Het fijne is dat je altijd terug kunt. Fouten maken is geen ramp. Geluid toevoegen kan ook, zoals een achtergrondmuziekje. Dat sleep je vaak naar een apart spoor onder de beelden, zodat het niet door de originele audio heen gaat. 

Het finetunen van de video 

Wanneer je een basis hebt kun je gaan beginnen met de details. Denk aan overgangen die ervoor zorgen dat 2 scènes goed overlopen en niet abrupt switcht. Een fade naar zwart of een rustige schuif werkt vaak goed, zonder dat het overdreven wordt. Het geluid verdient ook aandacht. Als iemand zelf praat in de video, moet dat helder zijn, terwijl achtergrondgeluiden niet mogen storen. Veel programma’s laten je het volume per spoor aanpassen, handig als de muziek te hard staat. 
 

Soms kijkt iemand naar de lengte van de shots. Een scène van vijf minuten kan mooi zijn, maar ook snel saai worden. Kortere fragmenten houden de vaart erin, vooral als het geen trage natuurvideo is. Het is een kwestie van gevoel, proberen en terugkijken. Lukt het niet om alles goed te krijgen of wordt het te ingewikkeld, dan kan iemand altijd een videoproductiebedrijf inschakelen, zoals Beeldsterk. Die nemen het werk uit handen en leveren een strak resultaat. Maar als je zelf doorgaat, pas je alles aan tot het goed voelt. 

Exporteren en delen 

Een video is pas klaar als hij opgeslagen is in een formaat dat anderen kunnen bekijken. In het programma kiest iemand voor ‘exporteren’ of ‘opslaan als’. Er komen dan opties, zoals MP4, wat bijna overal werkt. De kwaliteit kan hij aanpassen, maar voor online gebruik is ‘hoog’ vaak genoeg zonder dat het bestand te groot wordt. Het exporteren duurt even, afhankelijk van hoe lang de video is en hoe snel de computer werkt. 

Daarna kan de video gedeeld worden. Je kunt de video delen door zelf naar vrienden te sturen of op platformen te plaatsen als YouTube. Het is verstandig om de video wel nog eens goed te checken, gewoon om te zien of alles klopt. Een vergeten knip of een raar geluidje kan nog roet in het eten gooien. Als dat goed zit, is het klaar om te laten zien. 

Monteren lijkt in het begin een puzzel, maar na een paar keer proberen krijgt iemand de slag te pakken. Het gaat om doen, uitproberen en niet bang zijn om te schuiven met stukken. Elke video wordt zo een beetje beter! Succes ermee!